12 Etosha

11 oktober 2009

 

Etosha is één van de grootste en beroemdste wildreservaten in Afrika. Van de 114 zoogdierensoorten die in het park worden gevonden, zijn verschillende zeldzaam en bedreigd, zoals de zwarte neushoorn, de cheeta en de black faced impala.
De Etosha olifanten zijn de meest geobserveerde olifanten ter wereld en beroemd omdat ze de grootste in Afrika zouden zijn, de langste is tot 4 m bij de schouder gemeten.

In 2001 hadden we in Zuid Afrika al het geluk om veel wild te zien, waaronder ook een troep uitbuikende leeuwinnen met cubs, maar een mannetjesleeuw staat nog hoog op mijn ‘wensenlijst’ net als natuurlijk de zwarte neushoorn én stokstaartjes.
En na alle enthousiaste reisverhalen over de enorme dierenrijkdom reden we dan ook vol verwachting om 09.00 uur het park in. Een bezoek aan de eerste waterhole leverde ons al een uitzicht op springbokken, zebra’s en een rood hartebeest op, alleen waren ze wat te ver weg om ze beeldvullend op de foto te krijgen.
Maar tientallen kilometers en twee waterholes verder blijkt wild spotten toch niet zo vanzelfsprekend. Het enige dat je echt niet kunt missen zijn de springbokken. Maar daarvan leven er hier dan ook zo’n slordige 18.000!
Tegen de middag zijn we een paar kudden steppezebra’s (16.000 exemplaren) en oryxen rijker. Bij de gemsbokvlakte treffen we geen gemsbokken, maar wel een kudde blue wildebeest, springbokken, zebra’s en twee giraffen aan.
Maar dus nog niks spectaculairs als we rond 14.30 inchecken in het Okaukuejo park.

We horen dat bij het noordelijk gelegen Okondeki vaak leeuwen worden gezien, en dus vertrekken we rond 16.30 in die richting. Okondeki ligt aan de zoutpan, maar behalve wat luchtspiegelingen en een verweggistan giraffe zien we niets. Zo ook niet bij Leeubron.
We besluiten terug te gaan naar Gemsbokvlakte en Olifantsbad.
Olifantsbad klinkt veelbelovend, maar géén van de 2000 olifanten laat zich zien. Wel een stuk of wat schuwe red hartebeesten en driftig rondrennende guineafowls (parelhoenders) én een zwarte neushoorn die zich schuil probeert te houden in het struikgewas.
Inmiddels is de lucht dreigend donkerblauw geworden en zien we in de verte gigantische bliksemschichten. Een paar minuten later breekt ook bij ons de hel los.
Het kilometers verre uitzicht over de eindeloze savanne werkt nu beangstigend. Aan alle kanten zijn we omgeven door felle bliksemschichten. En dan duren 23 donkere gravelkilometers lang!

Aan het diner horen we van een Zuid Afrikaans echtpaar dat ze deze dag maar liefst 19 leeuwen hebben gezien op weg van de oostelijke ingang naar dit kamp. Bofkonten!!!
Ons geplande tafeltje buiten is verplaatst naar een plekje onder het dak aangezien we ons in een complete wolkbreuk bevinden. En er lijkt geen einde aan te komen. Op een gegeven moment begeeft zelf de elektriciteit het. Gelukkig is er een noodgenerator.
Een bezoek aan de waterhole van het kamp zit er dus niet in aangezien het inmiddels nog steeds regent en het zo’n 20 graden afgekoeld is naar 17 graden Celsius.
Maar op tijd naar bed kan geen kwaad aangezien we het plan hebben om om 06.30 te ontbijten en daarna een gamedrive te maken.

De volgende dag zijn we via de waterholes aan de zuidrand van de zoutpan naar Halali restcamp gereden. En waar ik de vorige dag al bang voor was, werd waarheid.
Tot aan Halali, wat toch zo’n 70 km en een stuk of 10 waterholes verder ligt, zien we helemaal géén wild, op de gebruikelijke springbokjes na dan, die we onderweg tegenkomen.
Door de overvloedige regen is er voor het wild geen noodzaak om naar de waterholes te komen. Zij drinken gewoon uit de nieuw ontstane plassen in de bush en op de weg.
Gelukkig zien we bij de waterpoel van Halali wel wild en in de verte twee olifanten.
Eindelijk de gelegenheid om een paar kudu’s beter op de foto te zetten en even lekker ontspannen te genieten van de speelse vechtpartijen van een paar impala’s.
De terugweg leverde ons bij Rietfontein een indrukwekkende olifantenstier op. Maar Olifantsbad en Gemsbokvlakte voegden niets toe behalve een paar wrattenzwijnen.

Na negen uur gamedrive dus nog steeds geen leeuw, cheeta, luipaard of stokstaartjes.
We besluiten om geen avonddrive meer te maken, maar nu lekker een avondje bij de waterpoel van Okaukuejo door te brengen.
Rond 20.30 uur zitten we nog geen vijf minuten naar een eenzame giraffe te kijken, als we van vrij dichtbij, rechts, het indrukwekkende gebrul van een leeuw horen. WOW! Zou het nu dan toch gebeuren. De giraffe lijkt wel wat zenuwachtig, want als hij genoeg gedronken heeft en weg wil lopen, horen we van links angstaanjagend leeuwengebrul!
De giraffe drentelt wat heen en weer, maar lijkt niet te weten waarheen en zich veiliger te voelen in het licht van de waterpoel. Maar ruim een uur blijft het stil. Iedereen wacht gespannen af. De giraffe kiest er eindelijk voor om zich terug te trekken en dan resten ons alleen nog een paar springbokjes.
Maar een half uur later zien we een zwarte neushoorn naar de waterpoel komen. Die neemt uitgebreid de tijd voor een bad. Er klinkt opeens een luid gekwetter van vogeltjes, maar behalve twee giraffen komt er niets bij.
De neushoorn vertrekt weer. Wel is inmiddels de pearlspotted owl van gisteren teruggekomen en hoor ik rondom mij het gehuil van jakhalzen.
Het is al over elven als we heel in de verte een olifant zie lopen. Deze lijkt de poel te inspecteren, loopt een showrondje, komt dicht langs de bühne lopen en verdwijnt dan weer zonder te drinken.
Maar niet lang daarna zie ik een rijtje olifanten aankomen, grote en kleine en voor we het weten staan er zo’n 14 olifanten rondom de poel te drinken. En daar blijft het niet bij, een volgende kudde komt eraan, en nóg een kudde. Het is niet te geloven, Zo indrukwekkend!
Zeker meer dan 40 olifanten van echt héél klein, tot heel groot bevolken de poel.
Ze drinken, bestuiven zich met zand, sommige met water en enkele tieners lopen wat rond te klooien. Wat een spektakel! En dat allemaal op nog geen 20 meter afstand.
Zeker een half uur genieten we ervan. Dan vertrekken ze weer net zo als ze gekomen zijn, in colonnes, de kleintjes tussenin.
En weer hoor ik het waarschuwende OEH!, OEH!, OEHHHH! van een leeuw.
Maar het is mooi geweest, het is middernacht, ze zijn hier twee dagen geleden kennelijk nog aan de poel geweest, dus de kans is erg klein dat ze hier nu weer komen. Leeuwen kunnen dagen zonder water.
Er wacht ons morgen een lange rit naar de oostelijke uitgang, zo’n 135 km verderop.

De laatste dag beginnen we met een bezoek aan ‘onze’ waterpoel. Het is een komen en gaan van vele kuddes zebra’s. Ze lijken van alle kanten te komen. Niet alleen drinken ze, ze waden ook een aardig stuk het water in. De ene kudde vertrekt, de volgende loopt het water in. Honderden zebra’s! Dan lijkt het springbokkentijd, ook weer massa’s springbokken treden aan en iets daarachter een afwachtend stel oryxen. Ondanks dat zij ongetwijfeld de sterkste zijn, lijken ze heel onzeker en afwachtend.
Na ruim een uur vertrekken we toch maar en treffen we niet ver van Okaukeujo twee olifanten langs de weg!
Het tij lijkt gekeerd. Bij het gisteren o zo lege Sueda treffen we nu tientallen springbokken. En onderweg komen we nog heel wat zebra’s en giraffen tegen.
Als we rond 16.00 uur het oostelijk gelegen Namatoni bereiken zien we niet alleen bij de laatste waterhole een kudde giraffen waarvan twee mannetjes strijden om een vrouwtje, maar ook de witte torens van een Duits fort dat in 1901 werd gebouwd. Het fort, dat in 1904 tevergeefs werd verdedigd door 7 Duitse soldaten tegen een aanval door 500 Owambo krijgers, is de blikvanger van dit kamp en staat vlak bij een poel die vooral wordt bezocht door veel watervogels.

Ten slotte bezoeken we nog klein Namutoni, een waterhole vlak bij de uitgang van het park. Hier treffen we een kudde blue wildebeast (gnoes) en wat impala’s aan. Maar de hoofdattractie is toch wel een mannetjesgiraf die pogingen doet om een wel zeer willig vrouwtje te bevruchten. Hij neemt echter zijn tijd en 25 minuten en een stuk of 8 klunzige pogingen later besluiten we om hem wat meer privacy te gunnen.
We verbazen ons over het feit dat er überhaupt nog zoveel giraffen rondlopen, het vergt kennelijk wel heel wat oefening om zo’n schattig babygirafje te kweken.

Nog net voor de sluiting om 18.45 uur, rijden wij de Lindquistgate uit.
Etosha bleek uiteindelijk toch zeker de moeite waard.
We mogen dan misschien wel geen leeuwen gezien hebben, maar hun indrukwekkende waarschuwende gebrul klinkt nog vers in mijn oren.